De zeven mijnzetels

 Winterslag

De mijn van Winterslag begon haar ontginning in volle oorlogstijd. De mijn van Winterslag bereikte begin 1914, juist voor de inval van de Duitsers, de kolenlagen door het ontbreken van de drijfzandlagen. De mijn stond in die tijd onder leiding van Baron Evence Coppée, deze man verkreeg veel aanzien bij de Duitsers. Na de oorlog werd de Baron beschuldigd van collaboratie met de Duitsers, in 1924 werd zijn naam weer gezuiverd.

De mijnen werden bekend door de jaren heen, de mijn van Winterslag werd bekend op een negatieve manier. Er waren veel dodelijke ongevallen door het hoge werkritme en onbekende geologische omstandigheden van de Kempen. Daarnaast was er vaak sprake van gasontploffingen in de mijn. Dit kwam vaak door onvoorzichtigheid.

Winterslag werd niet alleen negatief bekeken, de mijn had eveneens zijn goede kanten. Door al de negatieve commentaar werden er maatregelingen getroffen. De mijn kreeg de reputatie van de strengste en meest georganiseerde mijn. Door het strenge beleid werd Winterslag één van de veiligste mijnen. [1]

  Beringen

In Beringen werd rond 1902 steenkool ontdekt waardoor in 1907 de vergunning werd aangevraagd voor het bouwen van een nieuwe mijn.

De nieuwe mijn was er goed gelegen, er was veel transport mogelijkheid tussen Leopoldsburg en Hasselt. In Leopoldsburg was er een tramlijn naar Antwerpen en vanuit Hasselt konden ze elke richting uit.

De mijn werd bekend door nieuwe wetenschap; bevriezingsmethode. Door deze methode kon men de water- en drijfzandlaag bevriezen. De methode bestond al maar de mijn had een record op schaal en omvang. Geen enkel ander bedrijf durfde verder als 5 meter breed en 550 meter diep te gaan. Door deze methode werd Beringen de mijn met de meest zuivere kolen.[2]

Eisden

De mijn van Eisden bestond eerst uit twee kleine concessies die later samengevoegd werden tot één mijnzetel. Deze mijnzetel was onder leiding van Guillaume Lambert, dit was ook te zien aan de bouw van de mijn. De voorgevel en de tuin van de bedrijfsgebouwen waren geïnspireerd door het classicisme.

Vele Belgen wilden niet werken voor een Franstalige man, dus in deze mijn vinden we vooral arbeiders uit het buitenland. Logisch dan dat de cité van Eisden de grootste was in omstreken.

In 1922 bezocht koningin Elizabeth de mijn, door dit bezoek heet de hoofdlaan in Eisden; Koninginnenlaan. Daarnaast heeft architect Michiels een park ter ere van de koningin gebouwd. Dit park heet dan ook het Koninginnenpark. [3]

Waterschei

Waterschei werd gekozen als grondgebied omdat het bestuur van As in 1901 een landbouwdorp verkoos.

Waterschei kreeg daardoor de kans om een mijn te starten, dit gebeurde  in 1906. Waterschei kende veel problemen door grondverzakkingen. Door deze verzakkingen ontstond er mijngas en waterlast. In 1929 kende de mijn zijn grootste ramp. Door een gasontploffing stierven 24 mijnwerkers en een tiental arbeiders was zwaar gewond.

 

Door de rampen die er gebeurden in de mijn, kreeg Waterschei een kwalijke reputatie. De mijn werd bekeken als de rommeligste mijn. Aan de andere kant was Waterschei heel erg bekend geworden door de bovenbouw. De arbeiders waren goed opgeleid en werkten aan een fijne gemeenschap. Zo ontstond er een kermis van zeker 50 attracties, andere kermissen konden er niet tegen op. [4]

 

 Zwartberg

Zwartberg was zeker en vast bekend voor zijn steenkool, vooral de Luikenaars waren erin geïnteresseerd. De metaalbedrijven in Luik wilden graag onderhandelen met Zwartberg voor steenkool.

De mijn kwam in de geschiedenisboeken bij de sluiting van de mijn. Door deze sluiting ontstond er een opstand. Daarnaast was de mijn bekend door de ontploffing in 1952. Bij dit ongeluk kwamen 23 mijnwerkers om het leven. En als dat nog niet genoeg was kreeg Zwartberg  te kampen met moeilijke ondergrond waardoor het ontginnen van kolen moeilijker en moeilijker werd. [5]

Zolder

Zolder was de grootste mijn van Limburg, ze was maar liefst 70.6 vierkante kilometer groot. De mijn werd gezien als een zegen maar er verliep toch heel wat fout en de opstart verliep moeizaam.

Na 23 jaar werden dan toch de eerste kolen boven gehaald, deze vertraging kwam door de discussies rond de bevriezingsmethode. In 1921 was er een barst gekomen in een bevroren wand, in 1922 was er wateroverstroming en in 1925 ontstond er brand in de mijn. Als dit nog niet genoeg was, stond de mijn voor de tweede maal onder water in 1927.

Door al deze ongelukken werd de mijn ook wel de ‘pechmijn’ genoemd. [6]

Houthalen

De ontdekking van de koollagen was in Houthalen het werk van André Dumont. De mijn ligt dicht bij de spoorweg Hasselt-Antwerpen waardoor transport makkelijker werd.

Houthalen behaalde met zijn zetel een wereldrecord. In deze mijn hebben  ze bevriezingsmethode gebruikt tot wel 637.5 meter diep en later werd het nog tot 868 meter verdiept. Houthalen was ook bekend voor de vele gebouwen, deze worden later besproken. [7]

 

 


[1] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s

[2] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s

[3] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s

[4] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s

[5] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s

[6] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s

[7] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005,31 pagina’s