Steenkoolmijnen van Belgisch Limburg

In een steenkoolmijn wordt steenkool en bruinkool ontgonnen. Bruinkool kan je in open mijnen opgraven, maar steenkool moet je in gesloten mijnen ontginnen. Een gesloten mijn is een mijn met een onderbouw en een bovenbouw. De bovenbouw houdt zich bezig met de machines en de onderbouw ontgint steenkool. Daarom is steenkool duurder in prijs en het is gevaarlijk werk, maar de mens had de kolen nodig voor verwarming, bereiding van voedsel en voor de stoomtreinen.[1]

Bruinkool werd vooral in Nederlands-Limburg ontgonnen maar steenkool werd in Nederland en België uit de grond gehaald.

De steenkoolmijnen van Wallonië bevonden zich in Luik, Charleroi en de Borinage in de provincie  Henegouwen. De steenkoolproductie was nodig voor de industrie van Wallonië.

Winterslag was de eerste mijn in Vlaanderen of beter gezegd van de Kempen.

André Dumont (1847-1920) was hoogleraar  in geologie aan de universiteit van Leuven. Hij was de opvolger van Guillaume Lambert, ook die was een geoloog en een mijnbouwkundige. Andrè Dumont was ervan overtuigd dat er steenkool was in Limburg. In 1901 vond Dumont de eerste steenkool in As. In 1917 werd de eerste steenkoolmijn geopend, die van Winterslag. Daarna volgden de andere mijnen. In Limburg alleen hadden we maar liefst zeven steenkoolmijnen: Beringen, Eisden, Houthalen, Winterslag, Waterschei, Zwartberg en Zolder. Deze mijnen werden de zeven mijnzetels van de Kempen genoemd. Ze voorzagen steenkool aan Waalse fabrieken, het buitenland en het Vlaamse volk. [2]

Vanaf 1950 moesten de steenkoolmijnen van Wallonië sluiten omdat er goedkopere steenkool over zee kwam en er werd een alternatieve energiebron ontdekt, namelijk aardolie. Alle koolmijnen van Wallonië sloten waardoor Wallonië kampte met een hoge werkloosheid.

In 1966 sloot de eerste Limburgse steenkoolmijn; Zwartberg. Er werkten maar liefst 4000 mensen. Hieruit ontstond veel herrie; de mijnwerkers van Zwartberg zochten steun bij de andere Limburgse arbeiders. Heel Limburg stond in rep en roer. Door deze actie had de regering beloofd dat de mijn van Zwartberg niet zou sluiten totdat de mijnwerkers een andere job hadden gevonden.

In de jaren ‘80 wilde de overheid dan toch alle mijnen sluiten. De mijnwerkers werden verleid met een flinke som geld en een goede pensioensregeling. 18 000 mensen werkten in de mijnen, veel van hen hadden nu geen baan meer. In 1992 sloot de laatste Limburgse steenkoolmijn, dit was de mijn van Zolder.



[2] VAN DOORSLAER, B.,De koolputters, Deel 1:De zeven mijnzetels, Waanders, 2005, p

 

 

Contact

samenlevingronddemijnen